Hoan Kusogi en Jigoro Kano moedigden Gichin Funakoshi regelmatig aan om karate in Japan te onderwijzen. Dat deed Funakoshi en als blijk van waardering zou Hoan Kusogi een ontwerp en een schildering maken voor een te schrijven boek van Funakoshi. Kusogi was tenslotte een beroemde kunstenaar en voorzitter van een kunstenaarsgilde. En zo ontstond bij het eerste boek van Funakoshi de inmiddels wijd en zijd bekende Shotokan tijger.

De basisgedachte achter de tijger is de uitdrukking ‘Tora no maki’ dat in de Japanse traditie het officiële geschreven document is van een kunst of systeem, welke gebruikt wordt als het standaardwerk voor die bijzondere kunst. Kusogi legde aan Funakoshi uit dat zijn boek de ’tora no maki’ van het karate was, omdat er niet eerder een boek over karate was verschenen. En omdat ’tora’ ook tijger betekent, viel de keuze van het symbool op dit dier.

Er is echter een tweede verhaal over de herkomst van de tijger. Dat gaat over de wandelingen die Funakoshi als jonge man maakte door het naaldbomenbos rond zijn geboortestad Shuri. Na een zware dag trok Funakoshi vaak de beboste Tarao berg in om te mediteren. Daar vond hij dan de rust en inspiratie voor zijn dichtkunst.

De Tarao berg dankt zijn naam aan de zeer smalle, zwaar beboste bergrug, die lijkt op een tijgerstaart. Bovendien is er een gelijksoortig traditioneel Chinees ontwerp dat staat voor ‘de tijger slaapt nooit’. Voor veel ingewijden symboliseert de Shotokan tijger de oplettende waakzaamheid van de wakkere tijger en de sereniteit van een vredige geest zoals Gichin Funakoshi die had op de Tarao berg.

Bron: Geschiedenis en ontwikkeling van het Shotokan karate, Randall G. Hassel.